zondag 27 maart 2011

Echte liefde in de praktijk










woensdag 16 maart 2011

Glanzende overwinning.

Midden in de lobby van het tweesterren hotel, aan de Groningse ring, staat een verlaten reismand met tralies van aluminium.
Er beweegt iets in de mand en even lijkt het erop dat het hele gevaarte om gaat vallen.
Ik zie donkerblonde krullen door de tralies en twee ogen staren me aan. Het is een wedstrijdhond.

Daar komen de baasjes hard pratend binnen, onderwerp van gesprek: de show van vandaag met een hoofdprijs van €8000.
De vrouw, Geertje, pakt haar hondenborstel, van echt varkenshaar -beter dan dat synthetische spul-. Dan vraagt haar man: 'Geert, kom je nog even mee roken? Ik kan nooit naar de wc zonder eerst te roken.' Geertje kijkt naar haar horloge, lijkt de afweging te maken tussen ruim op tijd komen, de beste plek veroveren, links van de jurytafel. Óf nu nog eens met Man naar buiten roken. Ze wil perse op tijd komen, maar aan de andere kant is Man niet te genieten als hij nog niet heeft gedriet, want zo noemen ze dat hier. Poepen.
Geertje laat de borstel rondjes draaien terwijl ze wikt en weegt. Dan maant ze Man naar buiten.
'Niet binnen roken, niet bij de hond. Dan gaat ze stinken' legt ze niemand in het bijzonder uit. Ik knik begripvol.

Buiten is een grasveld, daar loopt een man met zijn hond. De hond draait snel rondjes en lijkt de ideale plek te zoeken om te poepen. 'Moi, Bob.' (Hallo Bob)
'Moi' zegt Bob. De hond heeft nu de beste plek gevonden. Iedereen kijkt naar wat er komen gaat.
'Wat ziet jouw Daisy er goed uit, die vacht!'
Bob loopt naar het rokende stel en vertelt over de inderdaad prachtig glanzende vacht: 'Ja, ik geef haar nu elke week twee keer Royal Canin. Vind ik lekker.'
'Ja, Royal Kaa', beaamt Geertje, 'daar hoor ik goede dingen over. Maar duur, hè?' Gedachteloos laat ze de borstel door haar haar gaan, waarvan de kleur van donker naar steeds lichter gaat.

Binnen in de lobby laat het hondje in de reismand een heel zacht windje. Ze schrikt van het fluitende geluid en gaat weer rondjes draaien in haar onderkomen.

Haar door de tralies.



maandag 7 maart 2011

Dit gaat niet over de fiets, gedicht.























Zij aan zij, allebei met behoorlijk wat kilometers op de teller.

Samen oud geworden, en nog steeds.

Zij helpt hem erop klimmen, want zijn heup geeft niet zo makkelijk meer mee.

Zij is nog lenig genoeg: met een klein sprongetje wipt ze zichzelf op het zadel.

Ze kijkt naar haar man, glimlacht en hij lacht terug.

'Racen naar de vijver en terug?' vraagt de man met in zijn ogen die jongensachtige blik, waar zij nog altijd kippenvel van kan krijgen.

Blikken gaan synchroon naar buiten, waar de vijver er mooi bij ligt in de tuin van het verzorgingshuis.