Boven elke deur hangt een man, aan een kruis gespijkerd.
Ik vind dat zielig en ik vind Kariens ouders enge mensen.
Ik geef mezelf dus een opdracht, om het recht te zetten:
ik steek mijn middelvinger op, zodra ze wegdraaien of wegkijken. En zo neem ik het op voor die man.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten